De poging van de Ondernemingsraad van NLW om betrokken te worden bij de veranderingen in de organisatie van de sociale werkvoorziening in Venray en Panningen heeft geen succes gehad in de rechtszaal. De raad, bestaande uit vertegenwoordigers van de werknemers, voelde zich buitengesloten van besluitvorming over de reorganisatie bij NLW, waar bijna negenhonderd mensen werkzaam zijn. Ze argumenteerden dat directeur Ward Verkuylen advies of instemming had moeten vragen over bepaalde wijzigingen. De rechter is het daarmee niet eens.
Het geschil bracht de partijen voor de ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam. Tijdens de zitting betwistte de directie van NLW het idee dat er sprake was van een reorganisatie.
Zij benadrukte dat er slechts enkele aanpassingen waren gemaakt om de werkwijze en interne samenwerking te verbeteren, zonder significante veranderingen in de organisatiestructuur.
Uitspraak
De rechter oordeelde dat de Ondernemingsraad niet kon aantonen dat zij recht had op advies of instemming over de veranderingen. Daarnaast beloofde directeur Verkuylen dat de raad zou worden betrokken bij toekomstige besluitvorming. De uitspraak bracht gemengde gevoelens teweeg bij de Ondernemingsraad. Ze waren blij met de toezegging van de directie, maar betreurden dat het tot een rechtszaak moest komen om deze erkenning te krijgen. Ze geloven dat volledige betrokkenheid bij de informatieverstrekking een dergelijke situatie had kunnen voorkomen. Om de verziekte verhoudingen tussen de partijen te herstellen, heeft de ondernemingskamer een bemiddelaar naar Venray gestuurd op verzoek van beide partijen. De rechtbank heeft Barbara van Hussen ingezet, een in ondernemingsrecht gespecialiseerde advocaat.
