Rob Custers uit Helden

31 okt 2023, 17:11 Geplukt
Afbeelding

Hij is een echt buitenmens. Niet alleen trekt hij graag de wandelschoenen aan om bijzondere, lange tochten af te leggen, maar ook vindt hij het belangrijk een steentje bij te dragen aan het milieu. Al vijf jaar lang is Rob actief voor Peel en Maas Schoon, waarbij hij zwerfafval in de gemeente aanpakt door middel van opruimacties en voorlichtingscampagnes. Deze week wordt Rob Custers (61) uit Helden geplukt. 

De liefde voor de natuur werd Rob met de paplepel ingegoten. In Neerbeek, een Zuid-Limburgs dorpje waar hij geboren werd, ging Rob regelmatig met zijn ouders op pad om te wandelen. “We hadden een hond en gingen vaak naar buiten”, vertelt hij. “Ook op vakanties was het niets anders dan kamperen en wandelen, wat ik geweldig vond.” Als klein jongetje was de meest logische vervolgstap dan ook om lid te worden van de scouting. “Vanaf toen ging het helemaal los”, lacht hij. “Met rugzak lopen, kamperen, pionieren: noem maar op. Altijd was ik buiten te vinden.”

Dialect

Nadat Rob voor zijn studie informatica naar Helmond verhuisde en daar zijn stage afrondde, hopte hij van baan naar baan. “Uiteindelijk kwam ik bij een Venrays bedrijf terecht. Als ik binnen een jaar zou verhuizen naar een plek binnen 30 kilometer van het bedrijf af, zou ik een vergoeding krijgen. Daarom besloot ik daar eens te kijken. Venray voelt voor Zuid-Limburgers echt als Brabant.” Ook Horst trok Rob niet aan. “Daar ligt een dialectgrens op de A67. Beringe en Panningen zijn de eerste plaatsen waar ze min of meer hetzelfde dialect spreken tot aan Valkenburg.” Dit trok Rob uiteindelijk over de streep en hij besloot 32 jaar geleden neer te strijken in Helden, waar hij een huis liet bouwen.

Liedjesavond

Als echte Zuid-Limburger op een onbekende plek terechtkomen waar je niemand kent: het was even wennen voor Rob. “Toen we aan het schilderen waren, zagen we iets voorbijkomen over een liedjesavond in Panningen. Ik besloot er gewoon heen te gaan, omdat ik een echte carnavalsliefhebber ben.” Het bleek een schot in de roos, want op deze avond sprak Rob met wel honderd man. “Ik leerde de overbuurman kennen, die in een zanggroepje zat. Het klikte meteen en het jaar daarop deed ik ook mee, dat ging heel snel.”

Waar Rob zich in het begin meer een Panningenaar dan een Heldenaar voelde, veranderde dit toen zijn kinderen naar de basisschool gingen. “Vanaf dat moment raakten we meer op Helden gericht.” Al snel was Rob voorzitter van de buurtvereniging. “Dit heb ik zo’n twaalf jaar met veel plezier gedaan. Ik ben een echte organisator en hou ervan om aan te pakken, dus zo’n rol was mij op het lijf geschreven.” Grote feesten, optochten, de boerenbruiloft organiseren: Rob was er allemaal onderdeel van. “De buurtvereniging is er niet meer, maar de spin-off hiervan is dat we in de straat elke carnavalszaterdag de Straotzitting houden.”

Dat organiseren hem op het lijf geschreven is, is ook terug te zien in zijn werk als projectmanager. “Wat ik het liefste doe, is vanuit niets een idee voorbereiden, plannen en uitvoeren”, legt Rob uit. “Al dertig jaar draai ik verschillende projecten met allerlei mensen. Het komt neer op luisteren wat iedereen wil en dat bij elkaar brengen. Communicatie is daarbij heel belangrijk.” 

Dorpssfeer

Van zijn verhuizing heeft Rob geen moment spijt gehad. “Als ik nu in een drukkere stad ben, word ik gek van de stoplichten”, lacht hij. “In Zuid-Limburg zijn dorpen als Sittard en Geleen helemaal tegen elkaar gegroeid. Als je van Born naar Beek rijdt, voelt het als één stad. Hier is het veel relaxter. Tussen de dorpen ligt nog wat ruimte, maar toch is iedereen betrokken bij elkaar.” De dorpse houding spreekt Rob ook aan. “In steden zijn mensen vaak ook bitser en brutaler”, legt hij uit. “Ik hou van de dorpssfeer en ben zelf ook opgegroeid met dat de achterdeur altijd openstond. Hier ga ik ook achterom naar binnen bij de mensen die ik ken.”

Ook met zijn huis is Rob nog altijd erg blij. Nadat zijn ex-vrouw en hij achttien jaar geleden uit elkaar gingen, bleef hij in de woning en nam hij de zorg voor zijn twee kinderen op zich. “Als alleenstaande vader met twee pubers in huis is het leven niet altijd makkelijk, maar ik ben erg gelukkig dat ik zoveel tijd met mijn kinderen heb mogen doorbrengen.”

Inmiddels zijn zijn kinderen het huis uit, maar alleen voelt Rob zich niet. De weekenden brengt hij door met zijn vriendin Marion, die hij eind 2007 leerde kennen. “Wij latten nu al zestien jaar. Zij heeft ook twee kinderen, waarvan er nog één thuis woont. Als de laatste weg is, komt ze bij mij wonen.” Daar was geen discussie over nodig, want Robs vriendin verkiest Helden ook boven Zuid-Limburg. “We maken ook steeds meer onze eigen stulp van dit huis. In de tuin lag vroeger een zwembad, maar sinds ik echt op de milieu-tour ben, is hij meer ecologisch.” Het milieu is dan ook een onderwerp dat Rob graag aansnijdt. “Ik ben al 35 jaar vegetariër, rijd elektrisch en vlieg niet meer”, legt hij uit. “Ook is alles wat ik in huis heb biologisch en heb ik lange tijd geen plastic gebruikt. Je kunt er echter heel ver in doorgaan, maar het is belangrijk om de middenmoot te vinden.” 

Peel en Maas Schoon

Die passie voor de natuur en het milieu resulteerde vijf jaar geleden in Peel en Maas Schoon. “Vanaf het begin ben ik erbij betrokken”, geeft Rob aan. “Met een man of tien begonnen we met het opruimen van zwerfafval en door de jaren heen is Peel en Maas Schoon steeds groter geworden.” Tijdens het opruimen stuitte Rob meer dan eens op bijzondere vondsten. “Van een verloren iPhone tot drones, maar ook vonden we een keer een grote lachgastank bij de sluis in Baarlo.” Momenteel is de groep ook op verschillende manieren actief bezig om mensen te stimuleren om zelf minder afval te creëren. “Het uiteindelijke doel is het zorgen voor minder afval.”

Te voet van Ierland naar Corsica

Want van een schone natuurlijke omgeving wordt Rob gelukkig. Eén van zijn grootste hobby’s is wandelen. “Samen met een jeugdvriend begon ik op mijn 18e met verschillende ruige tochten zoals door de Alpen en de Pyreneeën. We deden dit zelfs zonder kaart en keken gewoon wat het weer deed.” Al deze wilde verhalen deelde Rob maar al te graag met zijn zoon en dochter, die op hun beurt graag een keer mee wilden. “Mijn zoon Rico zei tegen mij: ‘ik wil ook een keer met een rugzak zo’n lange tocht met jou maken’. In 2010 ben ik er daarom weer mee begonnen en na een tijdje wilde mijn dochter ook mee.”

Ook Marion werd besmet met Robs wandelvirus. “Nadat we samen een tocht maakten op Corsica, mijn favoriete eiland, wilde zij dit ook doen op haar favoriete eiland: Ierland”, legt Rob uit. Samen besloot het stel daar een deel van de E8 te lopen, één van de Europese langeafstandsroutes. “Deze loopt van Ierland naar Istanbul. Stukje bij beetje veranderde dit plan echter in het idee om gedurende een aantal jaren van Ierland naar Corsica te lopen, een afstand van zo’n 3.600 kilometer. Dat is inmiddels tien jaar geleden, maar we zijn er bijna: volgend jaar hebben we de laatste tocht.” Het is één van de mooiste dingen die Rob ooit heeft gedaan. “Je komt op plekken waar niemand op vakantie zou gaan en ziet de meest bijzondere dingen”, glundert hij. “Normaliter nemen we geen telefoon mee, alleen een oude Nokia zodat de kinderen ons kunnen bereiken. Je bent zo helemaal ‘unwired’ en zit in een soort bubbel. Dat is fantastisch.” Iets dat Rob altijd bijblijft is toen Marion en hij in de cirkel van Stonehenge mochten komen. “Normaal moet je op 100 meter afstand blijven, maar een klein groepje mensen mocht ‘s ochtends vroeg de cirkel in. Dat was heel bijzonder.” Al zijn herinneringen zijn terug te lezen op www.ireland2corsica.nl

Momenteel is Rob druk bezig met het plannen van het laatste gedeelte van de tocht. “We willen aankomend voorjaar vertrekken, maar kunnen niet te vroeg gaan. Dan kan er sneeuw liggen op de bergen in Corsica”, legt hij uit. “Maar aan de andere kant worden er in Zuid-Frankrijk vanaf 15 juni bergen afgesloten vanwege bosbranden.” Een lastige puzzel dus, maar Rob is ervan overtuigd dat het goed komt. “Ik kijk er naar uit om deze 3.600 kilometer af te ronden. Dan is het goed geweest met de lange tochten, maar wandelen zullen we altijd blijven doen.”  

Tekst en beeld: Floor Velthuizen