Café

Het was zo’n café waarin de tijd had stil gestaan. In de hoek stond nog een jukebox die allang vergeten was waarvoor hij was ingehuurd. Aan de bar zat een wat rommelige man met een frêle, kleine dame.

TamTom
TamTom

Hij was aan het woord: "Tijdens ons 12,5 jarig huwelijksfeest rukte ik de bloem uit mijn knoopsgat en liep zo de deur van de feestzaal uit. Mijn schoonvader was zo verbouwereerd dat hij gewoon doorging met zijn feestrede waarin hij ons huwelijk de hemel in prees. De hele familie heeft nog dagenlang geprobeerd het weer aan elkaar te praten. Maar klaar is voor mij klaar.” Zij knikte afwezig. Hij keek wat schattend naar haar, nam een besluit en legde zijn hand op haar knie. “Als je jong bent, ben je stekeblind”, vervolgde hij. "Je ziet een leuke meid en je gaat voor haar zonder er bij na te denken. Maar je moet met elkaar kunnen praten, elkaar aanvullen, vind je niet?” Hij keek haar vragend aan, ze reageerde niet, was nog met zichzelf in overleg wat ze met zijn hand zou doen. 

De deur van het café ging open en er kwamen twee goed uitziende elegante vrouwen binnen. De man keek terloops op. Je zag de paniek zich, vanuit het niets, op hem storten. Als door een slang gebeten, liet hij haar knie los. Eén van de vrouwen keek verrast naar hem en liep vervolgens op hem af kwam. Ze legde haar hand op zijn bovenarm, en zei: "dag tijgertje. hoe gaat het met je? Ik ben blij dat ik je zie. Ben je al weer een beetje bekomen van de schrik? Sorry hoor", zei ze “dat ik tijdens ons huwelijksfeest zo maar weg liep. Je wist allang dat ik van haar hield”, knikje naar de andere vrouw, houd. Ik kon het gewoon niet meer.” De man slikte. Je zag hem afbrokkelen en hij barstte in snikken uit. De frêle, kleine dame stond op en wandelde het café uit, blij dat ze haar knie weer terug had, zonder dat ze erom had hoeven vragen.

Tom van Bakel