Klokken

De tijd tussen Pasen en Pinksteren is in de kerk een bijzondere tijd. Dan klinkt volop het alleluia-gezang als vreugdeuitroep vanwege de opstanding van Jezus uit de dood. Buiten de kerk zetten de klokken dat voort. Die luiden niet tijdens de dagen van het gedenken van de dood van Jezus en beginnen pas weer tijdens het Gloria in de Paaswake. 

Pastoraaltje
Pastoraaltje

De paasklokken zijn dan ‘terug’ en wijzen ons op die band tussen hemel en aarde, op Gods liefde die reikt over de dood heen. Aanstaande zondag is het Pinksteren, het feest van de H. Geest. Dan luiden ze weer volop. Kerkklokken hebben dus alles met leven en dood van doen. In veel dorpen bestaat het gebruik dat dat de kerkklok geluid wordt wanneer iemand gestorven is. We luiden die gestorven mens uit; we zwaaien hem/haar als het ware na, in dankbaarheid en respect.


De bronzen klanken van klokken verbinden de aarde met de hemel. Voor veel mensen is het een teken van het nieuwe thuis, de rust en vrede in God. Dit uitluiden van een overledene, ook wel overluiden genoemd, is een mooie oude traditie. In de meeste parochies luidt de doodsklok alleen als er iemand sterft die vanuit de kerk wordt gegraven of gecremeerd. Een enkele keer vraagt de familie mij wel eens of er geluid kan worden, ook al betreft het geen kerkelijke uitvaart. Natuurlijk doe ik dat. Graag zelfs!


Als ik een overlijdensadvertentie lees van iemand waar ik op geen enkele manier bij betrokken ben, maar het is iemand die ik ken, dan denk ik weleens: ik zou voor die mens graag de klok geluid hebben. En ook voor mensen die ik niet ken natuurlijk. Maar uit mijzelf kan ik dat niet doen. Als kerk kunnen we dat alleen als de familie dat zelf vraagt. Niet enkel het feit dat ik hoor of lees dat er iemand is overleden, is voldoende om de kerkklok te luiden. Ik zou dus zeggen: durft te vragen! Dan verbinden klokken niet alleen de aarde en de hemel, maar ook mensen onderling in hartelijk medeleven.

pastoor Peter van der Horst