Grondlegger van onze parlementaire democratie staatsman Johan Thorbecke loodste 1 juni 1865 vier gezondheidszorg wetten door de Kamers. De dreiging van een cholera-epidemie in die tijd, moet daarbij geholpen hebben.
De opbouw van geneeskunde werd bij wet vastgelegd, want door Europese epidemieën tussen 1832 en 1854 stierven duizenden Nederlanders. Rond 1900, de tijd van mijn grootouders en latere tijd van mijn ouders, werd zorg voor zieken en armen overgelaten aan particulier initiatief. De hygiënische omstandigheden onder de bevolking waren slecht. Werklozen, weduwen, invaliden en ouderen werden beschouwd als armen en waren afhankelijk van liefdadigheid. Toen werd er voor goede zorg gestreden, tegenwoordig kennen we het nieuwe begrip: zorgmijders. Dit zijn personen die zich afgewend hebben van de samenlevingen, inclusief zorg die ze soms hard nodig hebben. Of de mensen waar de samenleving plus zorg zich van afgewend hebben. Het zijn kwetsbaren die zelf zeggen dat er niets aan het handje is, maar baat zouden hebben bij zorg en ondersteuning. Zijn het critici die om allerlei redenen, geen behoefte hebben aan zorg, hulpverlener-moe zijn, feiten niet onder ogen durven zien of zich niet laten betuttelen? Oorzaak van zorgmijden tegenwoordig is: te hoge zorgkosten, teveel regeltjes en teveel verachtelijke bureaucratie. Zorgmoeheid lijkt een betere term dan zorgmijden. Vertrouwen plus goede gesprekken met de huisarts kunnen houvast bieden. Het zijn geen heiligen, maar hulpverleners en zorgmedewerkers verdienen respect. Tot ik zelf in de wereld van zorg en welzijn verdwaalde, maakte ik de fout zorgverleners hoog te achten. Nu hebben bijna twee op de drie jongeren het afgelopen halfjaar een zorgbezoek gecanceld om boodschappen te kunnen doen, de energierekening te kunnen betalen, naar de tandarts te gaan of medicijnen te kunnen kopen. Het stuntelige overheidsbeleid maakt ons onzeker en letterlijk ziek. Jippe waas de sjtreit in ut verleje veur gooi zorg neet toereikend?” Zorg mijden is neet wieës, want diene baetere tiëd weurt dageliks korter en griës..”
Peter Joosten