Wilmie Beumers-Van Nisselroij uit Helden

13 feb 2023, 15:44 Uit
Afbeelding

Niet iedereen die in Peel en Maas opgroeit, blijft hier ook wonen. HALLO Peel en Maas spreekt in de serie Uit… Peel en Maas met oud-inwoners van de gemeente die hun dromen hebben gevolgd en buiten onze gemeentegrenzen terecht zijn gekomen. In deze aflevering Wilmie Beumers - Van Nisselroij (69) uit Helden en inmiddels wonend in ‘t Gooi in Hilversum.


Het gezin Van Nisselroij woonde aan de Molenstraat in Helden en bestond uit acht kinderen, waarvan Wilmie de jongste was. Ze was 21 toen ze, bijna 49 jaar geleden, het dorp verliet. In Breda vond ze samen met haar echtgenoot Henk Beumers uit Egchel haar nieuwe stekje. “Hij studeerde daar aan de kunstacademie”, legt Wilmie uit.

Heimwee

Zestien jaar woonde het stel met veel plezier in de binnenstad van Breda. Ook hun eerste dochter werd daar geboren. “De eerste jaren dat we in Breda woonden, ging ik elke week terug naar huis. Toen Henk en ik getrouwd waren, zei mijn moeder dat het nu wel eens tijd werd om langer weg te blijven. Daarna heb ik geen heimwee meer gehad. Wel zijn we nog elke vakantie naar Helden afgereisd om daar de tijd met familie door te brengen.” Omdat Wilmie voor haar dochter wilde zorgen, heeft ze in Breda nooit gewerkt. Een oppas heeft Wilmie daardoor nooit nodig gehad. “Henk kreeg een baan bij Toonder Studio’s in Nederhorst den Berg en was vaak laat thuis. Hij zag onze dochter weinig, meestal alleen in de avonduren en in de weekenden, doordat hij dagelijks twee uur in de file stond. Twaalf jaar lang reed hij op en neer, totdat we besloten dichterbij zijn werk te gaan wonen. Ik vond ook een baan in het ziekenhuis van Hilversum, waar ik eerst in de schoonmaak aan de slag ging en later als afdelingsassistent op de acute opname werkte. Daar vulde ik onder andere de medicijnen aan, verzorgde het eten voor patiënten en poetste wat. Elke dag maakten we honderd bedden op en dat heeft me nooit verveeld. Nu ik met pensioen ben, mis ik de patiënten wel.”


Een woning vinden was in de tijd echter niet zo makkelijk. Het gezin schreef zich in bij veertien plaatsen, maar kon geen woning krijgen. Uiteindelijk kochten ze, toen hun dochter 16 jaar was, een jaren 30 woning in ‘t Gooi. “Onze woning ligt tegen Laren aan, waar veel mensen van televisie wonen”, legt Wilmie uit. Volgens haar was het voor hun dochter een moeilijk moment om te verhuizen. “16 was een rotleeftijd om alles achter te laten. Ze heeft het echt moeilijk gehad, doordat ze ver weg van vrienden ging wonen. Het was dan ook haar eis dat we een hond zouden aanschaffen.”

Hond

De eerste twee weken was het volgens Wilmie erg wennen om in ‘t Gooi te wonen. “Niemand zei wat tegen ons. Nadat we een hond aanschaften, ontstonden pas de eerste contacten. Later, toen Henk en ik nog twee dochters kregen, werd dat nog makkelijker. Ik heb altijd geholpen op de school van hen, daar gaf ik computerlessen. Uiteindelijk heb ik me goed gemengd hier.”


Volgens Wilmie zijn er duidelijke verschillen te zien tussen Hollanders en Limburgers. Bij de buren op bezoek gaan, kan bijvoorbeeld alleen op afspraak. “Ik mis het wel om even bij iemand op de koffie te gaan. Je moet er nu echt een dag voor uittrekken. Bij de ene buren ben ik nog nooit geweest en bij de andere kan het alleen op afspraak. Een ander verschil is dat Limburgers mensen begroeten op straat. Toen ik pas in Hilversum kwam wonen, zei ik elke dag tijdens het wandelen hallo tegen een man. Na een tijdje vroeg hij wat ik van hem wilde”, vertelt Wilmie lachend.Toch hoeft ze niet ver te gaan om Limburgers tegen te komen, geeft ze aan. “Er wonen hier best wat Limburgers en dat vind ik wel ‘sjoon’. Peter Houwen uit Roermond heeft hier jarenlang Limburgse avonden georganiseerd, die druk bezocht werden. Nadat hij weer terugverhuisde en we na een tijdje nog maar met vijf man over waren, is het doodgebloed. Dat is wel jammer.”

Dialect

Ondanks dat Wilmie op 1,5 uur afstand van Helden woont, blijft ze Limburger in hart en nieren, geeft ze aan. “Onze Limburgse taal is ons heilig en dat blijven we ook altijd praten. De oudste praat Limburgs, de andere twee verstaan het wel, maar antwoorden in het Nederlands terug. Soms hoor je wat leuke woordjes uit het Limburgs terug. Daar zijn we blij mee, we moeten het dialect in eren houden. Ik kan me irriteren aan ouders die kinderen in het Nederlands opvoeden terwijl ze zelf dialect spreken.”
Ooit terugverhuizen naar Helden ziet Wilmie echter niet zitten. “Henk wilde heel lang terugverhuizen, maar nu onze beide ouders er niet meer zijn, is dat over. Iedereen heeft zijn eigen leven en is druk met van alles. Daarnaast wonen onze kinderen hier. En je vindt nooit terug wat je verlaten hebt. We zijn goed gewend in Hilversum, maar we hebben wel allebei gezegd dat we in Helden en in Egchel begraven willen worden. De grafkosten zijn hier ook erg duur”, zegt Wilmie lachend.

Plakboeken

De interesse in Helden is er na al die jaren nog steeds en die zal ook blijven, geeft Wilmie aan. Ze bezit zestien plakboeken vol met knipsels van het Heljes Bledje. Ook bewaarde ze van 1981 tot aan 2018 gedichten en verhalen uit het dorp. “Over vroeger weet ik nog veel te vertellen, dat vind ik leuk. Ook heb ik nog veel Veldekes en boeken van Graad Engels in huis. Daarnaast ben ik lid van de Moennik. Doordat het grootste gedeelte van de familie nog in Limburg woont, hoor ik regelmatig nieuws van mijn dorp. Ik ben ook bevriend met de burgemeester op Facebook, ook al ken ik haar niet”, lacht Wilmie.

Tekst: Jeanine Hendriks