Ze zijn het cement van de samenleving: de duizenden verenigings- en clubmensen, die zich het hele jaar door belangeloos inzetten. Veelal opereren ze op de achtergrond. Vaak zijn ze onzichtbaar, maar altijd onmisbaar. HALLO Peel en Maas richt de schijnwerper op deze vrijwilligers, waarvan iedere club, stichting en vereniging er eigenlijk te weinig heeft. Wie zijn deze mensen en waarom zetten ze zich belangeloos in? Deze week vertellen Truus Geraeds en Rose-Marie Jansen, beiden vrijwilligers bij het Plattelandshoés in Panningen, over hun taken en drijfveren.
Het Plattelandshoés in Panningen heeft op 6 maart 2017 haar deuren geopend voor gasten die zijn aangewezen op palliatieve-, respijt- en overbruggingszorg. Het hospice biedt een plek met een ‘bijna-thuisgevoel’ waar mensen in de terminale of andere fase van het leven kunnen verblijven. Truus Geraeds heeft zich voor het hospice ingezet vanaf het moment dat de eerste steen werd gelegd. Haar achtergrond in de zorg, maar ook het overlijden van haar man op jonge leeftijd, waren de aanleiding om vrijwilligerswerk voor het hospice te gaan verrichten. “Het is mooi om mensen in de laatste fase van hun leven alle aandacht te geven. Ik heb zelf veel geleerd van de tijd dat ik zorgde voor mijn man”, legt ze uit.
Truus werkte jaren met plezier als ig-er bij zorgcentrum Vincent Depaul. Het verschil tussen vrijwilligerswerk en het werk van een professional zit hem in de werkdruk, stelt ze. “Het werk van een vrijwilliger gaat gemoedelijker. Het werktempo ligt een stuk lager. Wij nemen echt de tijd voor een gast. Vooral het diepgaande gesprek dat je in sommige gevallen voert, is de meerwaarde van het vrijwilligerswerk.” Dat Truus een zorgachtergrond heeft, is volgens haar mooi meegenomen, maar geen vereiste. “Vrijwilligers krijgen een interne opleiding, waarin onder andere til- en gesprekstechnieken aan de orde komen. Het werk dat ik voorheen deed was het aanbieden van een ander soort zorg.”
Ze begon in het hospice eerst als zorgvrijwilliger, maar werd na twee jaar gastvrouw vanwege fysieke klachten. Als gastvrouw houdt ze het hele huis in de gaten. Haar taken omvatten onder andere het opnemen van de telefoon en het verzorgen van maaltijden in de huiskamer. Later werd ze coördinator van het team gastvrouwen. In dat team begon Rose-Marie Janssen in 2018 ook in eerste instantie. “Omdat ik thuis zware zorg verleen voor mijn kind, wilde ik graag als vrijwilliger in de zorg werken. Een kennis attendeerde me op de inloopdag van het hospice. Zodoende ben ik als gastvrouw aan de slag gegaan. Al snel werd mijn interesse gewekt voor zorg aan bed. En nu ben ik ook coördinator van dat team”, legt Rose-Marie uit.
Bij een hospice denken mensen vaak aan emotionele, zieke mensen, maar volgens de dames is het niet alleen maar kommer en kwel. “Er wordt ook veel gelachen. De vrijwilligers bieden zorg op een charmante en comfortabele manier. Vaak voeren we babbelgesprekken om gasten af te leiden van hun persoonlijke zorgen. De combinatie met respijt- en overbruggingszorg is ook een goed keuze. Het gaat hier om mensen die mantelzorg nodig hebben, maar waarvan de mantelzorger een paar dagen rust heeft, en mensen die herstellen van een operatie. We hebben dus te maken met enerzijds mensen waarmee het steeds beter gaat en waarmee het slechter gaat. Toch merken we dat het goed is voor terminale mensen. De verhalen die ze krijgen te horen, roepen herinneringen op. Daardoor ontstaan leuke gesprekken”, benadrukt Rose-Marie.
Ondanks dat is het voor terminale mensen niet makkelijk om naar een hospice te gaan. “Niemand wil afhankelijk zijn van anderen. Je geeft op dat moment de regie uit handen, maar aan de andere kant hou je energie over om nog leuke dingen te doen. Bij ons kan bijna alles. Wij zijn er om de gasten te verwennen en dat geeft een goed gevoel”, zegt Rose-Marie.
Het moment dat ze een terminale gast nog twee yoghurtjes kon geven en een dag later hij er niet meer was, is Rose-Marie altijd bijgebleven. “We zijn hier heel royaal met toetjes en slagroom. In de laatste fase van het leven hoef je niet meer naar calorieën te kijken. Deze man heb ik echt zien genieten van die twee toetjes.”
Ook vinden er zo nu en dan diepgaande gesprekken plaats tussen vrijwilliger en gast. Persoonlijke informatie over gasten krijgen vrijwilligers niet op een briefje voorgeschoteld. “Wij horen alleen aan en hebben geen mening. Het is aan de gast wat hij of zij vertelt”, legt Truus uit. Vrijwilligers moeten er echter voor waken dat ze niet met zorgen naar huis gaan. Daarom is er ook een geestelijk verzorger aanwezig. “Het is belangrijk uit te spreken waar je mee zit. We krijgen ook handvaten mee om dingen van je af te schudden.”
Ondanks dat de 120 vrijwilligers van het Plattelandshoés allen met plezier komen, hebben Truus en Rose-Marie wel zorgen over de toekomst van het vrijwilligerswerk. Veel vrijwilligers hebben namelijk een hoge leeftijd en zorg aan bed verlenen is fysiek zwaar. Nieuwe aanwas is daarom nodig. In totaal worden er vijf diensten per dag gedraaid, waarbij er twee gastvrouwen aanwezig zijn. Gemiddeld genomen draait één vrijwilliger één keer per week een dienst. Heb jij interesse om vrijwilliger te worden? Informeer dan bij e.vanwylick@plattelandshoes.nl
Tekst en beeld: Jeanine Hendriks
Een onmisbare vrijwilliger binnen uw vereniging of stichting opgeven voor deze rubriek? Stuur een e-mail naar redactie@hallopeelenmaas.nl onder vermelding van ‘Vrijwillig in de spotlights’.
Het Plattelandshoés Panningen