Marij Clevis uit Kessel

vr 1 sep., 12:07 Geplukt
Afbeelding

Na meer dan vijftig jaar in de horeca gewerkt te hebben, was het voor Marij afgelopen juni dan eindelijk tijd om van haar welverdiende pensioen te gaan genieten. En hoewel de directe aanleiding – een tumor in haar longen - er eentje van minder positieve aard was, blijft Marij altijd optimistisch. Ze geniet van de vrije tijd die ze nu heeft en is naar eigen zeggen nog lang niet klaar om te gaan. Deze week wordt Marij Clevis (66) uit Kessel geplukt. 

Pas 15 jaar was Marij, toen ze voor het eerst achter de bar stond. Dit deed ze in Lomm, waar Marij 66 jaar geleden geboren werd. Het was een bijbaantje, want nadat ze de mavo afrondde, werkte Marij eerst een tijd op kantoor. Tot de plicht riep, want al op 19-jarige leeftijd nam Marij, samen met haar man Ton, de kroeg van haar schoonouders over in Arcen. Hem ontmoette ze - hoe kan het ook anders - in de kroeg. “Ik was aan het werk en hij sprak me aan”, blikt Marij terug. Korte tijd later begon het stel, dat in 1976 het ja-woord aan elkaar gaf, met een eigen frietwagen, waarmee ze in de weekenden wat bijverdienden. Nadat hier een aantal jaar later ook nog het café in Arcen bijkwam, hadden Marij en Ton de handen vol. “We runden op een gegeven moment een frietwagen, het café, een restaurant en een discotheek”, vertelt Marij. “Zes dagen per week werd er van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat gewerkt. Toch vonden Ton en ik het heerlijk om te doen. De horeca is een roeping, dat kun je niet leren. Het zit erin of het zit er niet in, en voor ons was dit zeker het geval.” Waar niet ieder stel erop zit te wachten om privé én zakelijk alles samen te doen, ging dit voor Ton en Marij niet op. “We vormden toen al een goed team”, zegt Marij. “We verdeelden de taken en dat ging altijd heel goed.” 

Drukte

De zaak groeide en het werd alsmaar drukker, waardoor het stel in 1989 besloot de onderneming in Arcen te verhuren en op zoek te gaan naar een rustig kroegje. “Het werd allemaal te veel”, legt Marij uit. “We wilden iets anders en besloten tussen Mook en Epen te zoeken naar een geschikt kroegje. De makelaar vond uiteindelijk een kroeg in Kessel, dat vroeger De Mert heette.” Marij en Ton besloten om eens te gaan kijken en reden er op een zondagmiddag langs. “Het was prachtig weer en deze kroeg was elke zondag gesloten. We dachten direct: ‘gesloten, wat is dat?’”, lacht Marij. 

Het stel pakte hun boeltje en verhuisde richting Kessel. “Vanaf dag één liep het fantastisch”, blikt Marij terug. “Het werd drukker en drukker. Aan de zijkant was vroeger een raam. Jo Ding, die toen nog wethouder was, zei tegen ons: ‘maak daar een deur van en open een terras. De vergunning heb je al’. Het ging allemaal heel soepel”, vervolgt ze lachend. Bijna vijf jaar lang runden Marij en Ton dit café, waar het alsmaar drukker werd. Je zou bijna denken dat ze té goed zijn in hun vak. Tijd voor iets anders, vond Marij. “Ik heb toen een tijdje voor een baas gewerkt. Ik werkte in een gezin met vier kinderen, wat ik ontzettend leuk vond.” Zelf hebben Marij en Ton geen kinderen gekregen, maar wel ontfermen ze zich over twee pleegzoons. “Het waren er eerst vier, maar twee wonen inmiddels weer bij hun moeder. Het is heel fijn en dankbaar om dat te mogen doen en we hebben het heel fijn samen. Zo vorm je ook een gezin.” 

Biej Ton en Marij 

Toch begon het na een paar jaar weer te kriebelen: de lokroep van de horeca bleek onweerstaanbaar. Een nieuwe zaak in Kessel werd overgenomen. “We namen de Ruïne over en maakten daar een restaurant van”, geeft Marij aan. “Na twee jaar deed zich ook nog de mogelijkheid voor om De Maasoever over te nemen.” Biej Ton en Marij werd geboren en daar bracht Marij de afgelopen tien jaar door. Ze deed het met heel veel plezier. “Het was ontzettend leuk om te doen. Er kwamen heel veel verenigingen en jong en oud wisten de weg naar het café te vinden.” 

Gezondheid 

Het mooie aan het werk in de horeca vindt Marij dat je zo veel mensen leert kennen. “Mensen delen alles met je en je leeft met iedereen mee”, legt ze uit. “Dat is echt wel heel bijzonder.” Toch werden eerder dit jaar de allerlaatste biertjes getapt door Marij, want 31 mei werd er een definitieve punt achter haar horecacarrière gezet. Dat kwam niet geheel uit het niets, maar was een idee dat al langer door haar hoofd spookte. “Corona heeft me eigenlijk wakker geschud”, vertelt ze. “Terwijl in Nederland alles dichtging, was in Duitsland alles open. Voor het eerst was het voor ons zelf mogelijk om een middagje op het terras te zitten en iets te eten en te drinken. Dat was echt een verademing.” Toch vond Marij gauw haar ritme terug, nadat de beperkingen werden opgeheven. Uiteindelijk vormde haar gezondheid de grootste aanleiding voor het stoppen met werken. “Naast dat Ton veel last had van zijn knieën en voeten, werd er vier jaar geleden een tumor in mijn longen ontdekt”, legt Marij uit. “Ik heb al vier bonusjaren achter de rug. Zo moeten we maar denken”, vervolgt ze positief. “Ik krijg momenteel opnieuw chemo. Het gaat nu steeds beter, ondanks dat het niet meer verholpen kan worden. Tegenwoordig kunnen ze heel veel en daar hou ik me aan vast. Ik ben het hier nog lang niet moe.”

Afscheid 

Ondanks haar gezondheidsproblemen, heeft Marij wel ontzettend genoten van haar eerste drie maanden pensioen. “Je kunt ineens zoveel meer. Vorig weekend was mijn zwager jarig en opeens konden we hier wel naartoe. Voorheen ging dat niet in het weekend.” Ook een dag niets doen bevalt Marij prima. Ze komt de tijd goed door. “Maar ik mis de gasten wel”, geeft ze toe. En dat is andersom ook overduidelijk het geval. “De laatste weekenden voordat we ermee stopten, hebben we het heel druk gehad. Er kwamen toen al zoveel mensen afscheid nemen.” Ook op 31 mei, de avond waarop officieel afscheid werd genomen, liep het storm. Zo’n 350 mensen vonden hun weg naar het café. “Het was geweldig”, geeft Marij geëmotioneerd aan. “Er kwamen zoveel mensen ons bedanken. Dat hadden we niet verwacht. We hadden niet in de gaten dat we zo veel voor Kessel betekend hebben. We kregen zeventien boeketten bloemen, diverse eetbonnen, en een prachtig beeld. Daarnaast kregen we zelfs een reischeque van 1.000 euro.” Dat tripje is inmiddels gepland. “We gaan in oktober samen met de jongens naar Schotland. Daar kijken we erg naar uit. Op vakantie kunnen gaan was namelijk niet altijd vanzelfsprekend voor ons. We komen de tijd wel door en nu is het eindelijk aan ons om op een terrasje te zitten.” 

Tekst en beeld: Floor Velthuizen